Mysterieuze horrorclowns, huiveringwekkende zombies en uitgekerfde pompoenen. We verkleden ons jaarlijks op 31 oktober om Halloween te vieren, maar waarom eigenlijk?
Halloween vindt zijn oorsprong onder de Kelten van het oude Groot-Brittannië en Ierland. Het woord is een verbastering van het Engelse 'All Hallows’ Eve’, waarmee het de vooravond van het christelijke feest Allerheiligen (1 november) markeert.
Geesten
Tijdens Samhain, het Keltische nieuwjaarsfeest, vierden de Keltische volkeren de intrede van de winterperiode. Ze geloofden dat geesten van overledenen dan zouden terugkeren op aarde en bezit zouden nemen van de levenden. Om de boosaardige entiteiten af te schrikken, vermomden dorpelingen zich op een zo angstaanjagend mogelijke manier.
In de negende eeuw mengde zich een oud Europees-christelijk gebruik in de traditie van de Kelten. Op Allerzielen (2 november) ging men traditiegetrouw langs de deuren om te vragen om zogeheten ‘zielencake’. Voor ieder verkregen stuk krentenbrood beloofden de bedelaars een gebed op te zeggen voor de overledenen van de familie die de zielencake schonk. Dit is vermoedelijk de oorsprong van het Amerikaanse ‘Trick-or-treating’, waarbij kinderen langs huizen en winkels gaan voor snoep en andere lekkernij.
Horror Clowns
Ierse immigranten die in de negentiende eeuw naar de Verenigde Staten verhuisden namen het feest mee, waar het nog altijd razend populair is. Ook in Canada en Groot-Brittannië dompelen mensen zich onder in de wereld van horrorclowns, zombies en uitgesneden pompoenen. Het gebruik om te kostumeren is gebleven, maar het feest verloor in de loop der jaren wel zijn oorspronkelijke betekenis.